Zomerkamp kabouters 2004

Het verslag komt misschien een beetje laat, maar ja beter laat dan nooit. Het kamp was erg leuk. Het thema was heksen, daarom heeft iedereen een heksenverhaal geschreven en die hebben we hieronder neergezet.

Samira (Sonja)
Er was eens een heks. De heks hete andersom, want ze deed alles andersom. OP een dag ging ze een toverdrankje maken, maar ze had geen paddestoelen. Dus ging ze naar het bos. Maar niet als een gewone heks. Zij vloog andersom naar het bos. Toen viel haar schoen uit. Ze vloog naar beneden maar ze zag haar schoen niet. Maar wat ze wel zag waren paddestoelen. Ze deed haar paddestoelen in haar punthoed, want ze had geen zakken. Ze ging verder zoeken naar haar schoen. Ze kan haar schoen niet vinden. Dus ze keerde om naar huis. En toen zag ze haar schoen. Hoe komt dat? Ik was hier niet naar beneden gegaan. Toen begreep ze het. Ze vloog andersom, dus kon ze het niet zien. En vanaf die dag doet ze weer gewoon.

Ardella (Kim L)
Er was eens een meisje. Ze was een heks geworden. Ze heten Merel, maar dat mocht niet van haar ouders. Maar ze ging toch heksen kleren en heksen dingen kopen en ze ging naar de heksenschool. En ze ging naar huis. Maar toen ze naar huis ging zag ze een tovenaar en die tovenaar had haar in een kikker veranderd. Alleen als iemand haar wilde hebben dan veranderde ze weer normaal. Opeens kwam er een meisje en ze zij: “Ach, wat een lieve kikker”. En ze nam de kikker mee naar huis. De heks werd weer normaal.

Heks klier gaat klieren. Ze gaat bij mensen de deur er uit toveren en ze prikt de banden van auto’s kapot. En noem maar op, maar één die slaat ze over. En daar woont een tovenaar hond. De heks is daar doodsbang voor, want die hond bezit nog meer kracht. De hond vond het niet goed dat die heks in de stad klierde. En toen bedacht hij een plan. Hij besloot haar in een kikker te veranderen. En dat is gebeurd. Daarna heeft niemand ooit meer wat van haar gehoord.

Lucretia (Kim M)
Het was doodstil in het bos der heksen. Het bos der heksen werd ook wel kakelstad genoemd. Mevrouw Pimpela was als maar daar alleen. Ze kon niet vliegen elke heks deed wel onaardig. Ze riep:”Kom mee vliegen. O’nee sorry dat kan je niet of jij bent geen heks, want heksen moeten kunnen vliegen”. Ze vond het niet meer leuk en dacht erover na om weg te lopen, zodat ze geen last meer van haar hebben. Ze pakte haar spullen, ze had ook een bezem voor het geval dat. Ze pakte haar puntmuts, cape en bezem. Ze ging op weg naar de stad waar gewonen mensen zijn, maar heks Pimpela wist niet dat mensen bang zijn voor haar, want ze is een heks. Op weg kwam ze een mens tegen. Het viel gelijk flauw. Maar dat kon zij niet weten. Zij dacht dat het door stank kwam ofzo. Toes ze er was, was ze doodstil. Het was zo kleurig, niet het zelfde als kakelstad. Ze ging kijken of ergens kon overnachten, maar niemand wilde haar als kamergenoot in zijn kamer. Ze was weer alleen, maar ze dacht, “Ik kan het best proberen om te vliegen”. Ze ging naar buiten en pakte haar bezem. Ze ging een beetje om hoog, hoger en ze vloog. Ze kan vliegen “Jippie ik kan vliegen”, zie ze. Ze pakte gelijk haar spullen en vloog naar kakelstad. Iedere heks keek haar met open mond aan. Ze vloog langs de vollen maan, want betekent als vrouw. Ze ging weer verder leven en werd weer vrienden. Ze leefde nog lang en gelukkig.

Audrey (Doenja)
Het was donker. Het was nacht. Er was een heks die kon zo goed vliegen dat ze 3 ½ prijskasten vol bekers had. Op een nacht was er weer een wedstrijd. De heks dacht dat win ik toch, ha ha. Toen kwam eindelijk de wedstrijd. De andere heksen dachten dan ga ik mooi voor de tweede prijs. Toen kwam de goede heks en dat ging niet zo goed. Want elke heks gooide verrot fruit of stenen. De heks viel van haar bezem op de grond. Haar bezem was gebroken en ze had zelf een gebroken been en een gekneusde arm. Sindsdien vloog ze nooit meer. En de andere heksen kregen een grote straf, maar zaten nog wel op de loer voor de grote prijzen. Maar zij hield zich nog wel even koest.

Eadwine (Emma)
Er was eens een heks. Ze heette Hex. De heks (hex dus) wou een drankje maken om haar zus (die heette Gruwella) in een kikker te veranderen, want daar had ze ruzie mee. Ze zocht het recept op in haar grote toverboek, dit had ze nodig:
3 stinksokken
4 paddenogen
2 wormen
1 hagedissenstraat
Ze ging naar het bos om alles te halen, alleen kon ze maar 2 stinksokken vinden! Ze dacht dat het wel goed zou zijn, dus ging ze maar naar huis om het drankje te maken. Toen ze klaar was zag het er een beetje raar paars uit, maar hex dacht dat het niet uitmaakte. Ze deed het drankje in een Cola-flesje en belde haar zus om te vragen wanneer ze haar verjaardag zou vieren. (ze was namelijk over een weekje jarig.) Ze deed het die middag, dus ging de hex er gelijk naar toe. Hex gaf het drankje als verjaardagskado. Gruwella dronk het meteen op en langzaam werd ze groen, héél groen. Gruwella werd nog kwader dan ze al was. Ze zagen elkaar 3 jaar niet. Toen belde Hex Gruwella op, omdat ze in haar grtoe toverboek had gevonden hoelang het groene zou aanblijven. En het zou die middag weg gaan. Hex ging naar Gruwella toe, maar die was nog steeds boos en deed niet open. Ze stuurde een brief, maar die verscheurde Gruwella, toen ze de afzender zag staan. Toen stuurde Hex (met de mobiel van haar buurman) een SMS-je. Die las Gruwella wel; dit stond erin: Hoi Grwl, dt vn dt grn ws nt d bedoeling; N, wrm, hddn w eiglk eerst rzie? Dt bn k vrgten. Zllen we d hle rzie mr vergeten? Grtjs, Hx.
Gruwella wist niet meer wat ze moest doen, dus belde ze het familiediner. Ze gingen erheen en toen was alles weer goed.

Wilona (Daniëlle)
In een bos ver van de stand vandaan staat een huisje. In dat huisje woont, nou je raad het al een heks. De mensen weten dat ze daar woont, daarom bemoeien de mensen niet met haar. De laatste keer dat er iemand langs kwam toverde ze hem in een rat en er kwam meteen een uil en vrat hem op. De mensen waren haar aan het achtervolgen dus ze zagen alles gebeuren. Ze hadden het meteen tegen de andere gezegd. En dus is er niemand gekomen.
De heks had een vriendinnetje (ook een heks) Ze hete Sadusa. Sadusa kan allerlei kunstjes op haar bezem, maar de heks zelf kan dat niet dus ze is zo jaloers en ze wilde dat ook leren. Maar iedere keer dat ze het probeerde viel ze bijna van haar bezem af. En vandaag zou ze ook komen op elke woensdag komt ze. En vandaag is het dus woensdag. En inderdaad riond half 1 kwam ze. Ze zei: “Hoi, ik heb een leuk trucje uitgevonden. Wil je hem zien.” “Nee dank je, ik heb er al zoveel gezien en heb ze allemaal opgeschreven, wil je het zien?” “Nee dank je. Het zijn er zoveel, daar verspil ik mijn tijd aan. Ik weet dat ik populair ben in kunstjes. Maar kom ik laat mijn kunstje zien.” “Niet weer.” “Kom op we gaan naar buiten. Moet je goed opletten. Wieeee goed he, nu jij. Euhhh het is niet moeilijk hoor, je gaat er gewoon op zitten allen dan anders.” Het lukt de heks niet, ook al zweette ze. De dagen gingen voorbij het was vrijdag de 13e. De heks ging het kunstje weer proberen. Ze ging naar buiten toe om te oefenen. Een paar schramen en ze kwam steeds dichterbij. En…….ja het is haar gelukt. Ze ging meteen landen en rende naar de telefoon dat het haar gelukt was. Ze kwam meteen om te zien of ze gelijk had. Ze stond met een mond vol tanden. Ze was gewoon zo verbaasd. Sadusa dacht natuurlijk dat ze de beste was en de populairste, maar ja dat kan niet altijd hé. De heks was harstikke blij. En Sadusa was zo kwaad op de heks. Ze ging meteen weg. En de heks kon eindelijk haar trucje.

Vevina (Tirza)
Ga naar je kamer ik wil je niet meer zien, riep haar moeder. Fijn dacht Mariska dan ben in van jouw smoel af. Boem, boem, boem, boem de trap kraakte toen ze naar boven rende. Bam haar slaapkamerdeur sloeg dicht, ze liet zich op bed vallen. Mariska en haar moeder hadden heel val ruzie. Hoe kon ze dat oplossen? Naar haar vader gaan? Nee die was even erg, maar na een tijdje had ze toch de oplossing! WEGLOPEN!!! Ze maakte een plan. ’s Avonds tegen twaalven zou ze via de regenpijp naar benden klimmem. Tegen twaalven bleek het toch niet zo makkelijk gezegd als gedaan. Toen ze eindelijk beneden bij de regenpijp stond, met haar knapzak, was het al tegen enen. Snel sloop ze het bos in. Een uil schreeuwde. Ze rilde het was eng in het bos, maar ze liep moedig door. Toen ze een stuk of 10 kilometer had gelopen, kwam ze op een kleine open plek die met zacht mos was begroeid. Daar deed ze een dutje, maar ze kon de slaap niet vatten, want ze was bang. Overal zag ze enge schaduwen en overal hoorde ze enge geluiden. Toen ze toch een dutje had gedaan, liep ze verder. Toen ze aan de andere kant van het bos was, zag ze tussen de bomen een paar hutjes. Ze ging op de loer loggen in de bosjes. Een spin kroop over haar arm, maar toen ze hem weg wilde halen, kwam er een vrouw uit één van de huisjes met een grote neus, een puntmuts en een jurk aan. De vrouw mompelde voor zich uit, ze pakte een bezem die tegen een hutje aan stond. En vloog toen weg. Van schrik slaakte ze een gil, maar gelukkig had ze die niet gehoord. Toen ze zeker wist dat ze weg was, sloop ze het hutje/huisje binnen. Binnen stond een grote boekenkast, met allemaal magische boeken. Er stond ook een bed. Opeens voelde ze zich heel erg moe. Ze ging op bed liggen, meteen viel ze in slaap. Toen ze wakker werd stonden er zeven heksen rond haar bed. Ze keken met veel verbazing naar Mariska. Wat deed ze hier? Mariska schrok zich te pletter. Ze wist niet dat er heksen bestonden. Één van de heksen zei: (die hete Eucalypta) “Je mag best hier blijven!” “Mag dat?”, vroeg Mariska. “Ja, hoor”. Het waren goede heksen. De heksen leerde haar alle kneepjes van het vak. Jaren later, toen Mariska een volleerde heks was, ging ze naar haar moeder. Die was heel blij dat ze terug was. Maar één keer in de week gaat Mariska nog naar de heksen.

Mirwana (Tania)
Er was eens een oude heks. En ze was in het park heksenhol. Ze had geen vrienden waarmee ze kon praten, vliegen en toveren. En de heks heette Soraja. Maar de medeheksen vonden haar helemaal niet aardig, want ze zeiden dat ze niet kon vliegen en toveren. En daar zaten ze haar mee te pesten. Op een dag vroeg Soraja aan haar medeheksen of zij haar wilde leren toveren en vliegen. Toen zeiden ze, okee ze leren je toveren en vliegen, maar dat leren we je morgen. (Dus zouden ze het haar dinsdag leren.) Maar maandagavond hadden de medeheksen een plan bedacht. Ze zouden haar wel leren vliegen en toveren, maar alleen op een andere manier. Maar Soraja was natuurlijk heel erg blij. Dinsdag was eindelijk aangebroken. Dus Soraja sotnd heel erg vroeg op voor haar eerste les. Maar ze hoefde het alleen maar te leren en dan kon ze het al, dacht ze. En uiteindelijk was ze op de plaats gekomen waar ze hadden afgesproken. En dus wachtte ze maar op de medeheksen. Ze zat daar al 2 uur te wachten en dacht waar blijven ze nou. En ze zei tegen zichzelf: Ik blijf hier nog 2 uurtje wachten en dan denk ik dat ze er wel zullen zijn. Maar de 2 uurtjes waren heel snel voorbij gegaan. Dus ze dacht ik ga wel weer naar huis. Thuis aangekomen, dacht ze waarom kwamen ze nou niet. En toen ging er iets in haar hoofd om. Ze dacht om naar het clubhuis van de heksen te gaan. En dat was ook in het park heksenhol. Daar aangekomen waren de medeheksen er niet. Dus toen dacht ze in het hele park te zoeken, maar ze vond het wel eng om in het hele park rond te zoeken. Maar ze besloot het toch te doen. Ze begon te zoeken en te zoeken en nog eens te zoeken. Maar ze kwam weer aan het einde van het park. Ze kon de medeheksen maar niet vinden. Ze besloot maar de volgende morgen verder te gaan met het zoeken. En woensdag was aangebroken. Ze kleedde zich om voor de les, maar toen ze zich omkleedde, hoorde ze de bel. Ze deed de deur open en toen zag ze haar medeheksen. Dus toen liepen ze samen naar het park (heksenschool). De medeheksen zeiden alleen maar een paar tips. Ze begreep alles wel. Toen pakte ze haar heksenspullen en kleedde zich aan. Ze had niet echt goede heksenspullen aan. Ze had ook een verkeerde bezem. De medeheksen wilde haar vertellen dat ze de verkeerde heksenspullen aan deed, maar de heks geloofde haar medeheksen niet. Dus toen begon ze de stok te pakken en de probeerde te vliegen, maar da lukte niet. Ze werd heel erg boos. Ze besloot om van een berg af te springen. En dat deed ze ook. Dus ze liep naar de berg toe. En ze kwam op de top. En de medeheksen zeiden dat ze het niet moest doen, maar ze reageerde niet, Dus ze begon te springen. En 1,2,3 hup springen maar. En ze sprong, maar ze sprong niet goed. En ze hield de bezem niet goed vast, want ze deed de stok niet tussen haar benen, want ze zat er gewoon op. En wat gebeurt er. Kaboem gevallen op de grond. Ze liep heel veel schaafwonden op. Ze was ook bewusteloos. De ambulance kwam. Het bleek dat ze doos is, maar ze is niet dood door haar val. Het kwam door een spreuk doormiddel van haar medeheks. En daardoor bleek dat ze dood is. En de medeheks was heel erg blij toen ze hoorde dat ze dood was.

The form you have selected does not exist.

Laat een reactie of bijschrift achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *