Ontheffing slepers

2003

Ontheffing certificaat voor sleepboten bij Scouting

Vaartuigen die gebouwd worden om te slepen (artikel 1, eerste lid, k. sleepboot: een schip dat is gebouwd om te slepen;volgens de herziene regelgeving Staatsblad 142, Wet van 16 maart 2000, houdende wijziging van de Binnenschepenwet), ook als dit een klein schip is, worden als een beroepsvaartuig aangemerkt. Sleepboten mogen volgens deze wet alleen varen indien ze voldoen aan een groot aantal eisen. Dit blijkt uit een "certificaat van onderzoek", dat door de Scheepvaartinspectie, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, wordt afgegeven na een bezoek door deze instantie. Vanaf 1 januari 1999 moeten alle schepen die gebouwd zijn om te slepen zo’n certificaat hebben, ongeacht of hier beroepsmatig mee gevaren wordt of niet.

Een officieel certificaat aanvragen kost enkele honderden guldens. Om daarvoor in aanmerking te komen moet de sleper geheel volgens de eisen van het Binnenschepenbesluit zijn ingericht. Over de kosten voor dergelijke aanpassingen van het vaartuig zullen we maar niet spreken, Om diverse problemen te voorkomen met vaartuigen die zijn gebouwd om te slepen, maar nu in de "pleziervaart" terecht zijn gekomen, is er een vrijstellingsregeling bedacht. Deze vrijstelling wordt verleend aan vaartuigen die niet meer beroepsmatig varen en waarvoor het dus niet bezwaarlijk hoeft te zijn dat het verboden is om nog sleepwerkzaamheden uit te voeren. Daarbij merken we op dat volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) het meevoeren van kleine open bootjes niet als slepen wordt gezien. Dat artikel is opgenomen om bijbootjes en dergelijke te kunnen meevoeren.

Scoutingregeling

Vaartuigen van scouting komen voor deze vrijstelling in aanmerking. Met een scoutingsleper zal immers nooit beroepsmatig worden gesleept. Na onderhandelen met de Scheepvaartinspectie hebben wij bereikt dat scoutingvaartuigen een uitzonderingspositie op de vrijstelling krijgen aangaande het slepen. De afspraak is dat een scoutingsleper maximaal 12 open kleine vaartuigen van maximaal 7 meter lengte mag slepen. Daarvoor krijgt Scouting Nederland jaarlijks voor alle sleepboten van Scoutinggroepen
één vrijstelling. Deze ontheffing bestaat uit een certificaat waarbij een lijst hoort waarop alle vaartuigen staan die voor de vrijstelling in aanmerking komen. Alle scoutinggroepen met een sleper op de lijst krijgen daarvan een kopie van de secretaresse waterwerk. Deze kopie moet aan boord zijn als er gevaren wordt.

Het is wel zaak om wijzigingen zelf door te spelen aan het team Registratie (digitaal via Chil of per brief) en de secretaresse waterwerk (per e-mail of per brief) op het Landelijk Bureau van Scouting Nederland te
Leusden.

Het is van belang dat er goed gekeken wordt of het opgegeven vaartuig wel in aanmerking moet komen voor deze ontheffing. In de eerste versie van de lijst bleken er kleine motorvletjes, plezierjachten, wachtschepen en dergelijke ook op de lijst voor te komen. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Graag zouden wij zien dat hier kritisch naar nagekeken wordt en wijzigingen worden doorgegeven. Scoutingsleepboten die niet voldoen aan de wettelijke definitie (zie hiervoor) horen niet op de lijst thuis.

De ontheffing wordt door Scouting Nederland betaald. Voor de groepen zijn met de vrijstellingsregeling geen kosten gemoeid.

Wanneer een scoutinggroep in de loop van het jaar een sleepboot aan de vloot toevoegt of wegdoet wordt de wijziging pas in het volgende jaar in de ontheffing opgenomen. Formeel moet de scoutinggroep voor de rest van dat jaar zelf bij Scheepvaartinspectie een ontheffing aanvragen. In de praktijk zal kunnen worden volstaan met een kopie van de ontheffing voor de overige scoutingslepers en de brief dat de betreffende sleper voor de vrijstellingsregeling is aangemeld.

Eigen regeling

Als men niet aan deze gezamenlijke ontheffing mee wil doen dan bestaat natuurlijk altijd nog de mogelijkheid om zelf elk jaar weer een eigen "vrijstelling van de verplichting om bij gebruik op de binnenwateren te zijn voorzien van een geldig certificaat van onderzoek" aan te vragen. De kosten van ongeveer fl. 95,00 (prijspeil 1998) komen dan uiteraard voor de aanvrager. De afspraken aangaande het slepen zal dan vervallen. Een pleziervaartuig mag immers niet slepen, maar ook dan geldt dat kleine bootjes niet als sleep worden beschouwd.

Beperkingen

Volgens de Binnenschepenwet en de hiervoor beschreven vrijstellingsregeling is het voor scouts verboden om met hun sleepboot een sleep, bijvoorbeeld een groot schip volgens het BPR, te verslepen. Volgens dezelfde Binnenschepenwet moet je voor het varen met een sleepboot waarmee werkelijk gesleept wordt een Groot Vaarbewijs voor alle wateren bezitten. De Vaartijdenwet regelt verder dat om met een sleepboot te mogen varen die sleepdiensten verricht een gekwalificeerde bemanning van meerdere gediplomeerde personen aan boord moet zijn. Zoals al opgemerkt moet voor het verrichten van sleepdiensten de sleepboot bovendien voldoen aan de eisen van de betreffende bijlage uit het Binnenschepenbesluit. Scoutingslepers mogen daarom niet voor sleepwerkzaamheden worden gebruikt anders dan het slepen van de open kleine boten (lelievletten, lelieschouwen, juniorvletten en vergelijkbare boten). Scoutinggroepen die toch met hun scoutingsleper gaan slepen zijn in meerdere opzichten in overtreding.

De Landelijke Admiraliteit van Scouting Nederland vindt het bovendien een onveilig idee om andere sleepwerkzaamheden te verrichten. Scoutingleden hebben hier geen opleiding voor gehad, missen de ervaring om dit veilig te doen en de vaartuigen zijn voor dit werk ook niet (meer) geschikt. Dat blijkt bijvoorbeeld al uit het ontbreken van een keuringscertificaat. Mochten scoutingleden betrapt worden of in het ergste geval mochten hun sleepwerkzaamheden tot ongelukken leiden, dan ontstaat vaak vervelende publiciteit. Bovendien is de afspraak met Scheepvaartinspectie over de collectieve vrijstelling gebaseerd op een zekere mate van vertrouwen. Het beschamen van dat vertrouwen kan voor alle waterscoutinggroepen consequenties hebben. Laten we dit voorkomen.

Als toch "commerciële sleepwerkzaamheden" uitgevoerd moeten worden, dan zit er maar 1 ding op:
– je sleper volledig uitrusten,
– je sleper laten goed keuren door de scheepvaartinspectie,
– zorgen voor voldoende gekwalificeerde bemanning, en zelf de benodigde diploma’s kunnen overleggen,
– een vaartijdenboek aanvragen en je houden aan de eisen daarvan.

2003 LA Scouting Nederland / Livingstonegroep

Laat een reactie of bijschrift achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *